arbeidsdeling
(= arbeidsverdeling) Het splitsen van het productieproces in kleinere onderdelen waardoor de arbeidsproductiviteit kan worden vergroot.

bankier
Eigenaar van een bank.

De Nederlandsche Bank
(= DNB) De centrale bank van Nederland. DNB is uitvoerder van het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB).

dekkingsmiddelen
Munten en bankbiljetten plus tegoeden bij de centrale bank die de banken in voorraad moeten hebben voor het geval dat mensen hun tegoed opvragen.

directe ruil
(= ruil in natura) Ruil waarbij goederen zonder tussenkomst van geld rechtstreeks geruild worden tegen goederen.

Europese Centrale Bank
(= ECB) Centrale bank voor de landen die de euro als munt hebben. Is verantwoordelijk voor de uitgifte van euromunten en bankbiljetten.

fiduciair geld
Geld dat aanvaard wordt doordat men vertrouwen heeft dat er goederen en diensten mee gekocht kunnen worden.

girale kredieten
Banken scheppen giraal geld, waarbij chartaal geld als dekkingsmiddel fungeert. In de praktijk worden girale tegoeden niet volledig gedekt door chartaal geld, omdat slechts een klein deel van de tegoeden als kasgeld wordt opgevraagd.

indirecte ruil
Goederen worden geruild tegen geld.

intrinsieke waarde
Materiaalwaarde van een munt.

kredietverlening
Het uitlenen van chartaal of giraal geld door een bank.

nominale waarde
(= extrinsieke waarde) Waarde die op een munt of een bankbiljet vermeld staat.

*