arbeidsmigratie
Internationale mobiliteit van arbeid. Arbeiders trekken weg uit de landen waar weinig vraag naar hen is en toe naar de landen waar zij het meest nodig zijn.

begrotingssaldo
Het verschil tussen de verwachte inkomsten en uitgaven van de overheid in een jaar.

inkomensoverdrachten
(= transfers) Onderlinge herverdeling van inkomen.

loonmatiging
De situatie waarbij de loonkosten per eenheid product dalen, doordat de loonkosten per werknemer minder sterk stijgen dan de arbeidsproductiviteit.

optimaal valutagebied
Een regio waarin de economische groei voor alle lidstaten vergroot kan worden door de invoering van een gemeenschappelijke munt.

overheidsschuld
(= staatsschuld) De totale schuld die de overheid in de loop der tijd heeft opgebouwd.

overheidsschuldquote
De overheidsschuld of staatsschuld als percentage van het bbp.

staatsobligaties
Verhandelbare leningen aan de overheid met een vast rentepercentage en een looptijd van meestal tien jaar.

staatsschuld
(= overheidsschuld) De totale schuld die de overheid in de loop der tijd heeft opgebouwd.

staatsschuldquote
(= overheidsschuldquote) De staatsschuld uitgedrukt als percentage van het bbp.

stabiliteits- en groeipact
Verdrag dat is gesloten bij de oprichting van de EMU. De belangrijkste afspraken zijn: van elk euroland mag het begrotingstekort niet meer dan 3% van het bbp bedragen en de staatsschuldquote (overheidsschuldquote) mag niet meer dan 60% zijn van het bbp.

transfers
(= inkomensoverdachten) Onderlinge herverdeling van inkomen.

uitgestelde belastingheffing
De rente- en aflossingsverplichtingen worden betaald met toekomstige (belasting)inkomsten in plaats van met de huidige (belasting)inkomsten.

*