binnenlandse liquiditeitenmassa
Primaire + secundaire liquiditeiten.
|
bruto-geldschepping
Verleende kredieten door een bank.
|
geldschepping
Vergroting van de maatschappelijke geldhoeveelheid, bijvoorbeeld door girale kredietverlening of door uitgifte van nieuwe munten en bankbiljetten door de centrale bank.
|
geldvernietiging
Verkleining van de maatschappelijk geldhoeveelheid, bijvoorbeeld als geld voor een bepaalde periode wordt vastgezet op een spaarrekening.
|
liquiditeitsratio
De verhouding tussen liquide middelen en de rekening-couranttegoeden bij banken. In formulevorm:
liquiditeitsratio = (kas + tegoed bij DNB / rekening-couranttegoeden)
× 100%
|
maatschappelijke geldhoeveelheid
De hoeveelheid geld in handen van het publiek. Zowel in de vorm van chartaal geld als giraal geld.
|
netto geldscheppend bedrijf
Kredietverlening min aangetrokken lange spaartegoeden.
|
primaire liquiditeitenmassa
(= maatschappelijke geldhoeveelheid) Chartaal en giraal geld in handen van consumenten en producenten (het publiek, niet-geldscheppende instellingen).
|
secundaire liquiditeiten
(bijna-geld of near money) Vorderingen van het publiek op banken die op korte termijn en zonder veel kosten kunnen worden omgezet in primaire liquiditeiten.
|
solvabiliteitsratio
solvabilteitsratio = (eigen vermogen / vreemd vermogen) × 100%
|
staatsobligaties
Verhandelbare leningen aan de overheid met een vast rentepercentage en een looptijd van meestal tien jaar.
|
substitutie
Het omzetten van giraal geld in chartaal geld of omgekeerd.
|
transformatie
Het omzetten van geld in niet-geld of andersom.
|
wederzijdse schuldaanvaarding
Geldschepping door girale kredietverlening. Een girale lening waarbij de bank geld stort op de rekening van de cliënt, die dat geld in de toekomst weer moet terugbetalen. Beide partijen hebben een verplichting.
|