alternatief aanwendbaar
De middelen (producten, geld of tijd) kunnen voor verschillende zaken gebruikt worden.
|
bindende afspraak
Een afspraak waar je (juridisch) niet van af kunt of niet onderuit kunt. In de speltheorie: men heeft van tevoren afgesproken een bepaalde strategie te volgen.
|
budget
Het (geld)bedrag dat je kunt besteden.
|
budgetlijn
Een budgetlijn geeft verschillende combinaties van twee bestedingsmogelijkheden aan bij een bepaald budget (bijvoorbeeld vrije uren of werken).
|
budgetvergelijking
De formule die de mogelijke combinaties laat zien die je met een budget hebt.
|
consumptie
Het kopen van goederen en diensten door gezinnen.
|
coöperatief spelen
Samenwerken. Spelen met het gezamenlijk beste resultaat voor ogen.
|
dominante strategie
De strategie die het beste resultaat oplevert, ongeacht de keuze van de andere speler(s).
|
gevangenendilemma
Een speltheoretische situatie waarbij twee spelers een dominante strategie hebben, maar waarbij het Nash-evenwicht suboptimaal is.
|
herhaald simultaan spel
Een simultaan spel, zoals een gevangenendilemma, dat vaker wordt gespeeld.
|
individuele prijs van tijd
Het nadeel dat iemand ervaart van uitstel van consumptie.
|
intertemporele budgetlijn
Budgetlijn waarmee weergegeven wordt hoe de beslissing om te ruilen over de tijd van invloed is op de huidige en de toekomstige consumptiemogelijkheden.
|
marktprijs van tijd
De rente op een bepaald moment. Deze vertegenwoordigt de opbrengst (bij sparen) of de kosten (bij lenen) van ruilen over de tijd.
|
meeliftersgedrag
(= free-ridergedrag) Profiteren van de inspanningen van anderen.
|
menselijk kapitaal
Het geheel aan kennis, ervaring en vaardigheden van een persoon.
|
Nash-evenwicht
De uitkomst van een spel waarbij geen van de spelers zich kan verbeteren gegeven de keuze van de andere speler(s).
|
niet-coöperatieve strategie
Strategie waarbij spelers niet samenwerken, maar elkaar beconcurreren. Spelen met het persoonlijk beste resultaat voor ogen.
|
opofferingskosten
De gemiste netto baten van het beste, niet gekozen, alternatief.
|
oppotmiddel
Middel dat ons in staat stelt om later te kunnen besteden.
|
pay-off
Resultaat of opbrengst (bijvoorbeeld winst, omzet of tijd).
|
pay-off matrix
(= resultatenmatrix) Een tabel waarin de pay-off van elke strategie voor iedere speler is weergegeven.
|
rekenmiddel
Een middel waarmee je de waarde van dingen met elkaar kunt vergelijken.
|
ruilen over de tijd
(= intertemporele ruil) Consumptie van nu verschuiven naar consumptie in de toekomst of omgekeerd.
|
ruilmiddel
Een middel dat je gebruikt om te ruilen/betalen.
|
schaarse goederen
Goederen of diensten waarvoor een offer of inspanning moet worden geleverd om het product te maken.
|
schaarste
De spanning tussen behoeften en middelen.
|
simultaan spel
Een speler beslist zonder te weten wat de andere speler heeft gekozen. De spelers kiezen gelijktijdig.
|
stroomgrootheden
Een grootheid die wordt gemeten over een bepaalde periode.
|
tijdsvoorkeur
De voorkeur van huidige consumptie boven toekomstige consumptie.
|
tijdvoorkeur
De voorkeur van huidige consumptie boven toekomstige consumptie.
|
verdiencapaciteit
Het bedrag dat iemand maximaal kan verdienen.
|
voorraadgrootheid
Een grootheid die wordt gemeten op een bepaald moment.
|
vrije goederen
Goederen waar geen schaarse middelen voor worden opgeofferd.
|