absoluut voordeel
De ene persoon kan een taak sneller of goedkoper uitvoeren dan een andere persoon. Een voordeel in het aantal benodigde uren per taak of een financieel voordeel in het maken van een product.

comparatief voordeel
Iemand heeft een comparatief voordeel bij de taak waar hij in vergelijking met een ander het minst slecht in is. Iemand voert twee verschillende taken slechter uit dan een ander, maar het is voor beide partijen voordelig om samen te werken en de taken te verdelen. In vergelijking met de ander heeft de slechte uitvoerder dan een comparatief voordeel bij de taak die hij het minst slecht uitvoert.

hypothecaire lening
(= hypotheeklening) Lening bij een bank met onroerend goed (huis of grond) als onderpand.

menselijk kapitaal
(= human capital) De kennis en vaardigheden die werknemers bezitten en waarover een bedrijf kan beschikken. Het geheel aan kennis, ervaring en vaardigheden van een persoon of van de beroepsbevolking. De beroepsbevolking kun je als 'kapitaal' beschouwen waarin je kunt investeren door bijvoorbeeld bijscholing.

onderpand
Een geldverstrekker zal er op moeten kunenn vertrouwen dat het geleende geld terug wordt betaald. Om de zekerheid te vergroten kunnen lener en verstrekker overeenkomen dat bij in gebreke blijven van de lener bepaalde goederen door de geldverstrekker verkocht mogen worden, om met de opbrengst de lening af te lossen.

onroerende goederen
Goederen die vast verbonden zijn met de aarde, zoals grond, huizen, gebouwen.

stroomgrootheid
Iets dat over een bepaalde periode, een maand of een jaar, worden gemeten. Stroomgrootheden staan bijvoorbeeld voor een bepaald bedrag op de resultatenrekening genoteerd, zoals de omzet en loonkosten.

transactiekosten
Alle kosten die samenhangen met het tot stand komen en afwikkelen van een ruil.

verdiencapaciteit
Het bedrag dat iemand maximaal kan verdienen.

voorraadgrootheid
Iets dat op een bepaald moment of tijdstip wordt gemeten, zoals het spaargeld dat je op 1 januari hebt.

*