anti-prikkel
Een beloning krijgen als men stopt met iets te doen.

autoriteit
Professionals en bekende personen hebben meer overtuigingskracht dan iemand die is als alle anderen.

Behavior Design Model
Een model waarbij gedragsverandering wordt bewerkstelligd door een prikkel te geven op het gebied van motivatie of vermogen.

boosting
Met beslisboom sturing geven.

consensus (sociale bewijskracht)
Men is snel geneigd naar anderen te kijken en beslissingen en acties hierop af te stemmen.

demerit goederen
Goederen waarvan het gebruik wordt afgeremd door de overheid.

framing
Informatie op een bepaalde manier presenteren.

gamification
(= gamificatie) Het toepassen van spelelementen om mensen te motiveren.

gewoontegedrag
Gedrag dat men vertoont uit gewenning en niet als losstaande beslissing.

keuzestructuur
(= choice architecture) Het aanbieden van keuzemogelijkheden op een compacte manier en in stappen zodat mensen meestal voorspelbaar kiezen.

merit goederen
Goederen waarvan het gebruik wordt gestimuleerd door de overheid.

naming & faming
Benoemen en bekend maken.

nudgen
Een duwtje geven.

ontmoedigingsmaatregelen
Ingrepen (meestal door de overheid) om bepaald gedrag af te remmen.

prompting
Met hints sturing geven.

salience
(= saillantie) Het laten opvallen van een bepaald stukje boodschap in je communicatie.

sociale norm
(= social norm) Wat normaal gevonden wordt, wat het meest voorkomende gedrag is.

stimuleringsmaatregelen
Ingrepen (meestal door de overheid) om bepaald gedrag aan te moedigen.

sympathie
Mensen die we aardig vinden, geloven we sneller en gunnen we meer.

wederkerigheid
De gedachte ‘voor wat, hoort wat’, speelt onbewust een rol in ons keuzeproces.

zelfbinding
Vooraf uitspreken wat je in een bepaalde situatie gaat doen en je daaraan houden. Zelfbinding wordt geloofwaardig door het verbinden van een negatieve consequentie aan de dominante strategie.

zelfovertuiging
Het zichzelf overtuigen van het belang van een verandering in gedrag.

*