arbeidsintensief
Bij het productieproces wordt relatief veel arbeid ingezet (in relatie tot kapitaal).
|
arbeidsproductiviteit
De productie per persoon per tijdseenheid (bijvoorbeeld per uur of per arbeidsjaar).
|
bestedingen
Aankopen van goederen en diensten door consumenten (consumptie), door bedrijven (investeringen), door de overheid (overheidsbestedingen) en door het buitenland (export).
|
breedte-investering
Investering waarbij de verhouding kapitaal tot arbeid gelijk blijft. De arbeidsproductiviteit blijft gelijk.
|
bruto binnenlands product (bbp)
De toegevoegde waarde van alle bedrijven en de overheid bij elkaar opgeteld.
|
concurrentiepositie
Het vermogen om beter en/of goedkoper te kunnen produceren dan de concurrenten.
|
conjunctuur
(= conjunctuurcyclus) Schommelingen in het niveau van de bestedingen ten opzichte van de trendmatige groei. Anders gezegd: de golvende beweging in de tijd van de productie, veroorzaakt doordat de bestedingen afwisselend hoger en lager zijn dan de trendmatige beweging van de productiecapaciteit.
|
creatie van werkgelegenheid
(= baancreatie) Het ontstaan van nieuwe banen bij bedrijven die groeien of bij nieuwe bedrijven.
|
destructie van werkgelegenheid
Het verlies van banen bij bedrijven die krimpen of failliet gaan.
|
diepte-investering
Investering waarbij in verhouding tot arbeid de hoeveelheid kapitaal toeneemt. De arbeidsproductiviteit stijgt.
|
hoogconjunctuur
Periode waarin de bestedingen en productie relatief snel groeien. Periode waarin de groei van het nationaal inkomen hoger is dan de trendmatige groei. De macro-economische groei van de productie ligt boven het trendmatige niveau.
|
innoveren
Vernieuwen van producten en/of productieprocessen.
|
kapitaalintensiever
Het productieproces gaat meer kapitaal gebruiken ten opzichte van arbeid.
|
laagconjunctuur
Periode waarin de bestedingen en productie relatief langzaam groeien of afnemen. Periode waarin de groei van het nationaal inkomen lager is dan de trendmatige groei. De macro-economische groei van de productie ligt onder het trendmatige niveau.
|
menselijk kapitaal
(= human capital) De kennis en vaardigheden die werknemers bezitten en waarover een bedrijf kan beschikken. Het geheel aan kennis, ervaring en vaardigheden van een persoon of van de beroepsbevolking. De beroepsbevolking kun je als 'kapitaal' beschouwen waarin je kunt investeren door bijvoorbeeld bijscholing.
|
trendmatige groei
(= trend) De gemiddelde groei van het bbp over een langere periode.
|
upgrading van de werkgelegenheid
Banen voor laagopgeleiden worden vervangen door banen voor hoogopgeleiden.
|