aanbod van arbeid
(= beroepsbevolking) Personen tussen de 15 en 75 jaar die willen en kunnen werken: zij bieden hun arbeid(skracht) aan op de arbeidsmarkt. Bestaat uit de mensen in loondienst, de zelfstandigen en de (geregistreerde) werklozen.
|
algemeen verbindend verklaren
De cao gaat gelden voor alle bedrijven in de bedrijfstak.
|
arbeidsmarkt
Het geheel van vraag naar arbeid en aanbod van arbeid.
|
asymmetrische informatie
(= ongelijke informatie) De ene partij beschikt over meer informatie dan de andere partij. Doet zich bijvoorbeeld voor bij verzekeringen wanneer de ene partij meer weet (van de kans op schade) dan de andere partij.
|
beroepsbevolking
Personen tussen de 15 en 75 jaar die willen en kunnen werken: zij bieden hun arbeid(skracht) aan op de arbeidsmarkt. Bestaat uit de mensen in loondienst, de zelfstandigen en de (geregistreerde) werklozen.
|
betalingsbereidheid
Het maximale bedrag dat een vrager voor iets wilt betalen.
|
collectieve arbeidsovereenkomst
(= cao) Overeenkomst tussen werkgever of ondernemersverenigingen en georganiseerde werknemers (vakbonden) over de lonen en andere arbeidsvoorwaarden. De cao moet in de individuele arbeidsovereenkomst worden gerespecteerd. Een cao wordt per bedrijf of bedrijfstak afgesloten.
|
evenwichtshoeveelheid
Het aantal producten dat bij de evenwichtsprijs wordt aangeboden en wordt gevraagd. De gevraagde hoeveelheid is dan gelijk aan de aangeboden hoeveelheid.
|
evenwichtsloon
Het loon waarbij vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan elkaar gelijk zijn.
|
homogeen product
Goederen en diensten waarvan alle exemplaren in de ogen van de consument identiek zijn. Het maakt niet uit van welke aanbieder het product afkomstig is.
|
marktevenwicht
De situatie waarbij vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn. Er komt één prijs tot stand, de evenwichtsprijs.
|
marktimperfecties
(= marktonvolkomenheden) De markt werkt niet volgens het model.
|
marktonvolkomenheden
(= marktimperfecties) De markt werkt niet volgens het model.
|
minimumloon
Het loon dat iemand van 21 jaar wettelijk moet krijgen.
|
participatiegraad
(= deelnemingspercentage) Het percentage dat aangeeft hoeveel procent van de bevolking van 15 jaar tot de pensioenleeftijd werkt of wil werken.
|
transparante markt
(= doorzichtige markt) De vragers naar en aanbieders van een product zijn op de hoogte van het totale aanbod (prijs en andere voorwaarden). De belangrijkste gegevens over de markt zijn helder en duidelijk te verkrijgen.
|
vacature
Onbezette arbeidsplaats waarvoor personeel wordt gezocht.
|
vraag naar arbeid
De totale vraag naar arbeidskrachten. De vraag naar arbeid bestaat uit de vraag naar werknemers, de vraag naar arbeidskracht van zelfstandigen en de vacatures.
|
Vrije toetreding en uittreding
Er zijn geen belemmeringen om tot een markt toe te treden, zoals vestigingseisen en er zijn geen belemmeringen om uit een markt te stappen.
|
welvaartswinst
Werkgeverssurplus + werknemerssurplus.
|
werkgeverssurplus
Het voordeel dat vragers naar arbeid (werkgevers) hebben als ze niet zoveel loon hoeven te betalen als ze bereid waren te doen (welvaartverhogend). Het voordeel dat de werkgever aan voordeel heeft, als hij op de arbeidsmarkt een lager loon betaalt voor een werknemer dan hij maximaal wil betalen.
|
werknemerssurplus
Het voordeel dat aanbieders van arbeid hebben als ze meer loon krijgen dan het loon dat voor hen voldoende was geweest. Het voordeel dat de werknemer heeft, als hij op de arbeidsmarkt een hoger loon ontvangt dan het loon waarvoor hij minimaal wil werken.
|